Als je in de stad woont, hoef je niet verstoken te zijn van de natuur. In een klein tuintje, of zelfs op een balkon, valt al heel wat 'natuur te scheppen'. Het tuintje van Bas van Bussel  (Radijsstraat) zou als voorbeeld kunnen gelden. Hij is bouwkundig tekenaar, maar soms maakt hij ook ontwerpen voor tuinen (Klik op de afbeelding).

Bas heeft zijn liefde voor het groen niet van een vreemde: zijn vader was school bioloog van het Natuurmuseum in Groningen. "Onze tuin stond vol inheemse planten, er liepen kippen rond en er was veel gedaan om vogels en insecten een goede leefomgeving te bieden", vertelt Bas. Volgens hem is een tuin goed voor de gezondheid. Het biedt afleiding en ontspanning. Het maakt je even los van de druk van je werk.

Bas is er voorstander van de tuin 'los te laten'. "Als je geen mest gebruikt, zie je juist van alles opkomen. Een tuin houdt zichzelf in leven. Plantenresten moet je gewoon laten liggen. Insecten zullen er de beste mest van maken. Denk aan wormen die vervolgens de aarde ook nog eens luchtig houden. "Bas plaatst het liefst planten die niet te veel woekeren. Een voorbeeld is Lievevrouwebedstro, een bodembedekkende plant met fijne, witte bloemetjes die heerlijk geuren.

Plant je bodembedekkers in je tuin, denk ook aan Zenegroen, dan krijgt onkruid weinig kans. Geitenbaard is een hele mooie plant met witte pluimen. Hij is erg geliefd bij kevertjes en zweefvliegen. De Vlinderstruik trekt veel vlinders. Een buxushaag vormt een mooie nesteiplaats voor allerlei vogels. Ik weet dat Patrimonium niet gecharmeerd is van klimplanten tegen de gevel, maar als je ze tegen een klimrek, los van de muur, laat klimmen, is er niks aan de hand."